De intern begeleider in positie…

 

De Intern Begeleider in positie…
“The show must go on” geldt voor het onderwijs, niet noodzakelijkerwijs voor de Intern Begeleider. De Intern Begeleider is er niet voor zichzelf, maar moet steeds de meerwaarde bewijzen voor de ontwikkeling van de school, de leraren en de leerlingen. Als de functie zich tot vooral administratieve werkzaamheden gaat beperken (intern begeleiders zien die beweging in de praktijk en ook onderzoek geeft dat aan) dan zijn hun taken mogelijk ook anders en voordeliger in de school of het schoolbestuur of het samenwerkingsverband te organiseren. Ook als de intern begeleider vooral op “zorg en ondersteuning” gericht blijft, met het opruimen van de brokken vanuit het leerstofjaarklassensysteem als hoofdtaak, is voortzetting niet wenselijk. De IB-er is er chef van de uitdeukerij, gepositioneerd aan het eind van de pijplijn. De intern begeleider van de toekomst opereert als coördinator leren en innoveren. Dit is een kanteling in de positionering van de intern begeleider. Dan helpt de intern begeleider bij het systematisch en permanent verbeteren van de kwaliteit van het handelen in de onderwijspraktijk en voorkomt zo schade: de IB-er maakt de beweging van curatief begeleiden naar preventief begeleiden, ofwel: naar preventie door het begeleiden van leren en ontwikkeling van de leraar en de school.

Op de tandem met de schoolleider
De schoolleider organiseert en faciliteert daarbij het samenwerken en leren, de IB-er ondersteunt het. Ze opereren zo als een tandem, werken dezelfde kant op, met een passende taakverdeling. De één stuurt, beide trappen om flink vooruit te komen. Afhankelijk van de windrichting kan ook de intern begeleider op het voorste zadel plaatsnemen en het stuur ter hand nemen. Dat past bij het actuele denken over gespreid leiderschap in de professionele leergemeenschap: competentie op een specifiek terrein is van meer belang dan de formele positie in de organisatie als het om het stuur gaat.

Het leren van de leraar centraal
De kern van hun beider leiderschap omvat twee zijden van dezelfde medaille: de ene zijde betreft het faciliteren van leren, de andere het helpen bij leren. De combinatie kenmerkt zich o.a. door:
• Participerend leidinggeven en participerend ontwerpen van krachtige educatieve leeromgevingen/-situaties voor professionals.
• Verbinden van individuele leerprocessen en/tot collectieve leerprocessen.
• Ontwikkelen en ondersteunen van een collegiale verbanden gericht op leren. Veronderstellend dat de kaders hiervan in de visie van de school en de kernwaarden en doelen vastgelegd zijn…gaat het hier vooral om het ondersteunen van de vertaling van de vanzelfsprekend wat abstractere visie en kernwaarden van de school in praktisch dagelijks handelen.

Het leren van de leraren vergt begeleiding
Denkbaar is dat interne begeleiding zich in een school doorontwikkelt zonder intern begeleider of met de intern begeleider in een fundamenteel andere gedaante. De intern begeleider is dan geen functionaris (een persoon) meer, maar een functie. Dat wil zeggen dat de begeleiding wel ingevuld is in de school, maar bijvoorbeeld in een horizontale structuur i.c. gespreid over de teamleden en gericht op onderlinge ondersteuning. Het is kansrijk omdat zich zo meer mogelijkheden aandienen voor meer directe support en feedback in de werksituatie. Maar er kleven ook risico’s aan wat betreft de continuïteit van het samenwerken en leren. Dat vereist ook planning en afstemming en zorg voor de verbinding van individuele met collectieve leerprocessen en het leren in subteams. Voor duurzame ontwikkeling is de intern begeleider relevant. De intern begeleider staat dan primair voor duurzame begeleiding bij professionele ontwikkeling en professionele samenwerking i.c. helpen bij werkendeweg leren. Het is een typische taak van de intern begeleider om, samen met de teamleden, een bijdrage te leveren aan het genereren van een optimale opbrengst (voor de leerlingen) van dat samenwerken.

Vervolg: Studiedag: de toekomst van de intern begeleider